Rijden in de sneeuw met een automaat

Waar moet je op letten bij het rijden in de sneeuw met een automaat?

In de sneeuw zijn er een aantal dingen waar je rekening mee moet houden als je in een automaat rijdt. Waar je de koppeling normaal zou gebruiken voor het doseren van het gas, kan dat met een automaat niet. Gebruik ook niet de neutraalstand hiervoor, je wil de controle houden over de aandrijving. Daarnaast reageert een automaat sneller op het gaspedaal waardoor wielspin sneller voorkomt. Wegrijden in een hogere versnelling voorkomt wielspin. Daarnaast is afremmen op de motor beter dan de remmen te gebruiken. Gebruik de mogelijkheid om handmatig te schakelen bij het wegrijden en afremmen.

Tips voor het rijden in de sneeuw met een automaat

Het ligt erg voor de hand, maar rijden in de sneeuw vraagt om een andere benadering dan je gewend bent. Kies je voor een auto met een automaat, dan zijn er een aantal dingen waarop je moet letten omdat dit anders is dan je gewend bent van een handbak. Hieronder vind je een aantal tips voor het rijden in de sneeuw met een automaat. En een paar algemene tips die voor alle auto’s van toepassing zijn.

• Gebruik je de juiste rijmodus. Veel automaten hebben een winterstand om in de sneeuw te rijden. Dit zorgt ervoor dat je rustiger optrekt en minder wielspin krijgt. Heb je geen winterstand, gebruik dan de ecostand.
• Rij niet in neutraal (N). In deze stand verlies je de controle over de aandrijflijn.
• Doseer het gas. Een automaat reageert sneller op het gaspedaal waardoor je sneller wielspin krijgt.
• Rustig remmen. Voorkom dat je in een slip raakt en doseer het remmen of beter nog, rem af op de motor.
• Schakel met de hand. Kun je handmatig schakelen met bijvoorbeeld paddle shifters? Gebruik dit om in een hogere versnelling te vertrekken of af te remmen op de motor door terug te schakelen.
• Kijk ver voor je uit. Zo kun je eerder reageren op situaties, door de sneeuw kom je langzaam tot stilstand.
• Houd extra afstand. Je remweg wordt een stuk langer, dus extra afstand is essentieel.
• Maak geen abrupte bewegingen. Hiermee voorkom je slippen en glijden.
• Maak de auto sneeuwvrij. Zo heb je voldoende zicht rondom.
• Pas je snelheid aan. Zo heb je meer tijd om te reageren.
• Rem op de motor. Hiermee voorkom je dat de wielen blokkeren en dat je in een slip raakt.