Wat doen startkabels?
Startkabels zijn gemaakt om ervoor te zorgen dat een accu genoeg elektriciteit krijgt om de startmotor van een auto aan te slingeren. Ze moeten dan ook gebruikt worden in samenwerking met een hulpauto waarvan de accu gezond en wel is. Door de ene helft van de kabels aan te sluiten op de gezonde accu en de andere helft op de bijna-dode accu, zorg je met het starten van de hulpauto voor een stroomstoot richting de lege accu. Dit stelt je in staat om de motor van de pechauto te starten, waarna je kan wegrijden en zodoende de accu weer oplaadt.
Veel gebruikt in de winter
Lege accu’s komen het hele jaar voor, maar in de winter is het probleem groter. Met name in koude nachten kunnen accu’s die het toch al moeilijk hadden, door de ondergrens zakken. En dat isvervelend, want op koude ochtenden wil je gewoon zo snel mogelijk in een warme auto zitten. En in plaats daarvan moet je de buurman uit zijn bed trommelen, zodat hij je kan helpen.

Een auto starten met startkabels: stappenplan
Het starten van een auto met behulp van startkabels is niet heel ingewikkeld, maar het is wel noodzakelijk dat je de stappen goed doorloopt. Doe je dat niet, dan kan je kortsluiting veroorzaken in de motor en dat zorgt voor schade die niet op te lossen is met slechts een behulpzame buurman.
Het stappenplan is als volgt:
- Schakel alle elektronica uit. De auto moet volledig uit staan en er mag geen enkel lampje meer branden.
- Doe de motorkap open en zorg ervoor dat de polen van de accu goed toegankelijk zijn.
- Sluit eerst de klem van de rode kabel, de pluskabel, aan op de pluspool (+) van de accu van de hulpauto en de andere rode klem op de pluspool bij de pechauto. Je kunt op de polen van de accu zien op welke je deze moet aansluiten.
- Sluit vervolgens de zwarte, de minkabel, aan op de minpool (-) bij de hulpauto en daarna bij de pechauto.
- Start als eerste de hulpauto, zodat deze elektriciteit kan leveren naar de accu van de pechauto. Laat de motor 5 minuten draaien.
- Start de pechauto en laat de motor minimaal 5 minuten draaien.
- Zet in beide auto’s de achterruitverwarming en de blower aan. Dit voorkomt beschadigingen aan de elektronica bij het ontkoppelen van de kabels.
- Ontkoppel de kabels. Doe dit in omgekeerde volgorde, dus eerst de zwarte kabel van de pechauto, daarna bij de hulpauto en vervolgens hetzelfde met de rode kabel.
- Ga een stukje rijden in de pechauto. Een minuut of twintig tot een half uur moet genoeg zijn om de accu weer voldoende op te laden.
Auto start niet of nauwelijks, wat kan er aan de hand zijn?
Startkabels helpen dus bij problemen met de accu, maar als de auto niet wil starten is de accu niet de enige mogelijke boosdoener. Andere mogelijke problemen zijn:
- De dynamo is kapot. Dit merk je aan een tikkend geluid bij een startpoging.
- De bougies zijn kapot. Dit merk je doordat de auto moeilijk start en schokt tijdens het rijden.
- Een probleem met de brandstoftoevoer. Je zal niet de eerste zijn die met een lege tank stil komt te staan, maar ook de brandstofpomp kan kapot zijn.
- De startmotor doet het niet meer. Als alle lampjes aan gaan, maar de auto weigert te staren, is de startmotor mogelijk de boosdoener.
- Het contactslot is defect. In oudere auto’s kan het contactslot kapotgaan door vuil of andere problemen.
Alternatieven voor startkabels
Wie niet met kabels wil zeulen, of wie liever de buurman wil laten slapen, kan gebruikmaken van een jumpstarter of een startbooster. Dit zijn apparaten die opgeslagen elektriciteit zelf bij zich dragen en die je dus zonder hulpauto kunt gebruiken. Het principe werkt hetzelfde; in feite is het gewoon een defibrillator voor je auto. Deze apparaten zijn bijzonder handig, maar natuurlijk een tandje prijziger dan de simpele kabels.

Startkabels voor vrachtwagens en diesels
Een benzinemotor starten met een dieselmotor is niet altijd succesvol. Daarom is het slim om kabels in huis te halen met een kern van 25 mm² of meer. Met die kabels kunnen alle verbrandingsmotoren zo’n beetje gestart worden, ook vrachtwagens. De zware dieselmotoren van vrachtwagens hebben een extra grote opdonder nodig om tot leven gebracht te worden en hoe dikker de kabels zijn, hoe makkelijker dat gaat.







