Waar vind je de juiste waarden?
Je vindt de aanbevolen bandenspanning meestal op een metalen plaatje in de deurpost of achter de tankklep. Daar staat ook het verschil tussen een 'normale' en beladen auto. Die waarden lopen uiteen per merk, model en bandenmaat.
Zie je nergens de juiste waarden? Dan kun je als vuistregel 2,3 tot 2,5 bar aanhouden. Maar het is beter om even te zoeken naar de specifieke waardes voor jouw auto.
De exacte techniek achter bandenspanning
Belangrijk om te weten: alle officiële waarden gaan uit van koude banden. Dat komt doordat lucht uitzet bij warmte. Als je net gereden hebt, meet je dus een hogere spanning dan wanneer de banden koud zijn.
Het verschil tussen een beladen en onbeladen auto zit meestal rond de 0,3 tot 0,4 bar. Tussen voor- en achterbanden is dat verschil kleiner: zo'n 0,1 tot 0,3 bar.
De concrete effecten van verkeerde spanning
Te zachte banden zorgen voor:
- Hoger brandstof- of stroomverbruik door meer rolweerstand
- Snellere bandenslijtage
- Verminderde grip en langere remweg
- Risico op oververhitting en zelfs klapbanden
Te harde banden maken de auto nerveuzer op slecht wegdek. Dat komt doordat er minder van het bandoppervlak contact maakt met de weg.
Tips voor het meten en oppompen
Bij vrijwel elk tankstation vind je een luchtpomp. Steeds vaker kun je met pin betalen, maar het is slim om wat muntgeld achter de hand te hebben. Zeker in het buitenland.
Je kunt de spanning helaas niet op het oog controleren. Zelfs bij behoorlijk zachte banden zie je vaak nauwelijks verschil. Vertrouw dus alleen op een meetapparaat met koude banden.







